Op 16 september 2021 openden de commissaris van de Koning in Fryslân, dhr. drs A.A.M. Brok, en de burgemeester van Noardeast-Fryslân, dhr. J.G. Kramer, het nieuwe Kennis- en ynformaasjesintrum (Kennis- en informatiecentrum) van de Stichting TERP Hegebeintum. Dit centrum staat aan de voet van de terp van Hegebeintum, de hoogste terp van Friesland, Pypkedyk 4, Hegebeintum, met daarop de fraaie middeleeuwse kerk. Het nieuwe centrum vervangt het eerdere bezoekerscentrum.
De ingang van het gebouw zit in het hoge gedeelte. Hier zijn de ontvangstruimte, de winkel met toeristische producten en archeologische publicaties, en een café gevestigd. Voor mooi weer is er een terras. In de lage gedeelten is het archeologische kenniscentrum gevestigd.
Direct bij binnenkomst vanuit het terpencafé ziet de bezoeker een vitrine met bijzondere metalen voorwerpen. De blikvanger is een reconstructie van de vroegmiddeleeuwse kamhelm uit Hallum, gemaakt door Sebastiaan Pelsmaeker (ARRE). Daarvoor liggen een halssieraad en een prachtig versierde mantelspeld, beide uit Hegebeintum.
De bronzen halsring dateert uit de ijzertijd of de Romeinse tijd. De ring is samen met nog een tweede ring. die nu in het Fries Museum ligt, gevonden in de terp van Hegebeintum, vlak bij een schedel van een vrouw van ongeveer 35 jaar oud. Het is niet zeker dat de schedel en de halsringen de resten zijn van een graf. Losse botten van gestorven familieleden werden in de ijzertijd en de Romeinse tijd soms ook bewaard en op een later moment begraven bij een ritueel. De mantelspeld is een reconstructie van een 7de eeuwse verguld zilveren mantelspeld (fibula) van het type disc-on-bow (naar de ronde schijf op de mantelspeld) uit Hegebeintum. De originele speld, in het Fries Museum, is aangetroffen samen met een kralensnoer en twee zilveren vingerringen. Deze vondsten laten zien dat er leden van de regionale elite in Hegebeintum woonden
belangrijkste onderdeel van de archeologische presentatie is de tentoongestelde helft van een van de beide 12 meter diepe steekboringen die in 2015 rond de toren van de kerk van Hogebeintum werden gezet, toen de toren een nieuwe fundering moest krijgen om omvallen te voorkomen. Horizontaal in de wand links ziet u de helft van deze steekboring. Een helft van de andere steekboring wordt bewaard in het Wereldbodemmuseum (ISRIC) in Wageningen. De opbouw van de natuurlijke en cultuurhistorische lagen in de beide steekboringen en de vondsten uit de beide andere helften van de steekboringen zijn nauwkeurig onderzocht door bodemkundigen en archeologen. Hun resultaten werden in 2019 gepubliceerd in Jaarverslag 101 van de Vereniging voor Terpenonderzoek.
Jaarverslag 101 zijn op voorbeeldige wijze boven en onder de boorkern weergegeven. Op de detailfoto hiernaast is het gedeelte rond 500 voor Chr. weergegeven, de periode van de midden-ijzertijd, toen de bewoning op deze terp begon. De gele borden geven steeds een toelichting op de lagen in de boorkern, die met pijlen zijn aangegeven. Op de blauwe en witte borden worden vragen gesteld en beantwoord, en wordt aanvullende informatie gegeven. Erg leuk zijn ook de witte cirkels op de tijdlijn die boven de boorkern is getrokken. Zij verwijzen naar gelijktijdige archeologische gebeurtenissen in andere delen van de wereld, zoals hier – iets later dan 500 voor Chr. – de bouw van het Parthenon in Athene. Op de tafel voor de boorkern liggen objecten die in de tekstborden genoemd worden en – heel belangrijk – de paleogeografische kaarten van Friesland van P.C. Vos en S. de Vries, met steeds de ligging van Hogebeintum. Bij de vroege middeleeuwen wordt de illustratie van het leven op een terp door Fé Pelsmaeker getoond. Echt voorbeeldig gedaan!
Een tweede zwaartepunt van de archeologische presentatie in het kennis- en informatiecentrum zijn de beide vroegmiddeleeuwse grafvelden in en dicht bij Hegebeintum: Oosterbeintum en Hegebeintum zelf. Deze grafvelden werden gepubliceerd in de Jaarverslagen 73-74 en 101. Verschillende objecten van de grafvelden zijn tentoongesteld, zoals het skelet van een man of een vrouw, aardewerk, en zelfs de piepkleine verbrande botjes van in een crematie meeverbrande strandlopers, alle uit Oosterbeintum.
Sebastiaan Pelsmaeker (ARRE) reconstrueerde met een subsidie van de Vereniging voor Terpenonderzoek drie houten voorwerpen uit het grafveld Hegebeintum op ware grootte: van links naar rechts een houten nap (met mosselen) van elzenhout, een mes met houten heft en een melkkruk uit elzenhout. Ook maakte hij op basis van een tekening de bronzen armring van de tentoongestelde man of vrouw.
Op de bovenste etage van het hoge gedeelte van het gebouw (ook per traplift bereikbaar) is een kleine expositieruimte van de Stichting Alde Fryske Tsjerken en ruimte voor wisselexposities. Bezoekers van het kennis- en informatiecentrum kunnen ook de prachtige kerk van Hegebeintum bezoeken.
Alle tekstborden zijn tweetalig: Nederlands en Engels. De Vereniging voor Terpenonderzoek wenst bestuur, coördinator en de vele vrijwilligers van het nieuwe kennis- en informatiecentrum Hegebeintum/Hogebeintum geluk en alle succes met het nieuwe centrum.