Op 13 september 2020 overleed dr. Pieter Barteld Kooi, van 1976 tot 2008 archeoloog aan het Groninger Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was van 1973-1996 bestuurslid van de Vereniging voor Terpenonderzoek, daarbij van 1981-1987 secretaris.
Op 13 september 2020 overleed dr. Pieter Barteld Kooi, van 1976 tot 2008 archeoloog aan het Groninger Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was van 1973-1996 bestuurslid van de Vereniging voor Terpenonderzoek, daarbij van 1981-1987 secretaris. Piet Kooi is, zoals in Groningen destijds gebruikelijk, via de biologie in de archeologie gekomen. Hij was geboren in Middelstum, zoals duidelijk blijkt uit het motto van zijn proefschrift (1979): En kiek ik om dan zai ik Middelsom. Dat proefschrift ging over Drentse urnenvelden en in weerwil van zijn motto, maar in lijn met de focus van het Biologisch-Archeologisch Instituut destijds was hij vooral werkzaam met opgravingen in Drenthe, waaronder het belangwekkende Peelo.
Het Noord-Nederlandse landschap had echter zeker zijn belangstelling. Als schooljongen jaarlijks met zijn ouders op vakantie op Rottumeroog verzamelde hij al scherven, die hij veel later pas publiceerde: een belangrijke bijdrage aan de kennis van de archeologie van dat minder bekende deel van de wadden.[1][1] Als student publiceerde hij reeds in 1967 over een kralensnoer uit Toornwerd en werkte hij mee aan een boekje over Middelstum in oude ansichten (1972). Kooi schreef voor meerdere boerderijenboeken een overzichtsartikel over de archeologie (Loppersum, Middelstum, Bierum, Appingedam, Halfamt) en was betrokken bij opgravingen zoals De Weer bij Stedum, Heveskes, Bedum, Tolweg-Zuid, Englum en Wierum, een grafveld bij Lellens, kerken van Bedum, Hornhuizen en Oldekerk, alsmede borgen in Middelstum en Ulrum.
De geschiedenis van het terpenonderzoek had zijn belangstelling, tenslotte publiceerde zijn oudoom Elema het eerste terpprofiel in 1907.[2][2] Samen met zijn vrouw en collega Kirsten van der Ploeg zorgde hij voor de conservering van de glasplaatnegatieven van het GIA. Hierover schreven zij de twee prachtig geïllustreerde boeken Groningen op glas (2003) en Ezinge ijkpunt in de archeologie (2014). Piet Kooi, een grote en karakteristieke man, heeft decennialang in Drenthe en Groningen zijn bijdrage aan de archeologie geleverd. De Terpenvereniging gedenkt hem en zijn werk met dankbaarheid en wenst zijn nabestaanden troost en sterkte toe.
[1][1] P. Kooi, 2007: Oudheidkundige vondsten van Rottumeroog. Stad & Lande 16(1), 3-11.
[2][2] P.B. Kooi, 1994: Twee pioniers in de archeologie. Stad & Lande 3(4), 208.
Piet Kooi in zijn werkkamer op het GIA, kort voor zijn pensionering. Foto: Pepijn van den Broeke.